In de dynamische wereld van vandaag is het fenomeen van student-zelfstandigen in België niet alleen in opkomst, maar ook een cruciaal onderdeel van de economische vooruitgang geworden. Sinds de introductie van het statuut in 2017 is het aantal jonge ondernemers meer dan verdubbeld, wat wijst op een gestage groei en interesse in ondernemerschap onder studenten.
Deze trend is niet enkel een statistisch wonder; het weerspiegelt een dieperliggende verschuiving in de benadering van carrièreontwikkeling onder jongeren. Het statuut, dat studenten toelaat hun ondernemersdromen na te jagen zonder de volledige last van sociale bijdragen, heeft sinds 2017 een significante invloed gehad. Opvallend is dat van de studenten die in 2018 begonnen, 41% in 2022 nog steeds actief was als zelfstandige, een bewijs van de duurzaamheid van deze ondernemingsgeest.
Danny Van Assche van UNIZO benadrukt de noodzaak van dit statuut voor de Belgische economie en de rol die het speelt in het vormgeven van toekomstige ondernemers. UNIZO pleit voor het verlagen van administratieve hindernissen en het verhogen van de leeftijdsgrens om dit succes nog verder te stimuleren.
Het onderwijs speelt ook een cruciale rol in dit verhaal. Ondanks dat ondernemerschap deel uitmaakt van de eindtermen in het secundair onderwijs, is er volgens UNIZO een gebrek aan grondige integratie van ondernemerschapscompetenties in de leerplannen. Dit vormt een belemmering voor de volledige exploitatie van het potentieel van jonge ondernemers, vooral sinds het afschaffen van het attest bedrijfsbeheer. Van Assche benadrukt het belang van een gedegen ondernemersopleiding, niet alleen voor de traditionele sectoren zoals bouw en horeca, maar ook voor innovatieve en opkomende industrieën.
De toename van het aantal student-zelfstandigen, ondersteund door organisaties zoals Liantis, toont de veerkracht en ambitie van de Belgische jeugd. Het is een signaal dat jongeren niet alleen de ondernemersmicrobe bezitten, maar ook bereid zijn deze te cultiveren. Echter, de administratieve lasten die jaarlijks terugkeren, blijven een struikelblok. Een oproep tot vereenvoudiging en automatisering van dit proces is dan ook een veelgehoord geluid.
De cijfers spreken boekdelen: van de startende student-zelfstandigen in 2018 is bijna de helft nog steeds actief in het ondernemerschap. Dit toont aan dat het statuut niet alleen een tijdelijke springplank is, maar een fundament voor een langetermijncarrière.
Het verhaal van de student-zelfstandige in België is er een van hoop, vastberadenheid en toekomstvisie. Het is een bewijs dat, wanneer gevoed met de juiste middelen en ondersteuning, de jeugd een motor kan zijn voor economische vernieuwing en groei.
UNIZO’s aanhoudende pleidooi voor een verhoogde maximumleeftijd benadrukt hun toewijding om de dromen van jonge ondernemers te ondersteunen, zelfs voorbij de traditionele leeftijdsgrenzen. Dit alles wijst op een toekomst waarin jonge, energieke en innovatieve geesten een steeds grotere rol zullen spelen in de vorming van de economie.
We nodigen onze lezers uit om deel te nemen aan dit groeiende gesprek over jong ondernemerschap. Deel uw gedachten en ervaringen op sociale media met #JongOndernemerschap en laat ons weten hoe we samen een omgeving kunnen creëren die de volgende generatie ondernemers ondersteunt en inspireert.